Bomen zijn essentieel voor de zuurstoftoevoer. De bomen zetten CO2 om in zuurstof en het bladgroen 'Chlorofyl' van bomen en planten, zuivert de lucht. Wegrottende bomen gebruiken echter zuurstof...

Wetenschappelijk onderzoek van de afdeling plantcelbiologie van de Universiteit van Wageningen en de gemeente Alphen aan den Rijn toont dat bomen en gewassen ziek worden als ze aan elektromagnetische straling van draadloos internet (WiFi) en mobiele telefonie worden blootgesteld.

 

Op vrijdag 18 februari 2011 vind daarom het eerste internationale wetenschappelijke symposium over 'Het effect van elektromagnetische straling op bomen' plaats, in het Groene Paviljoen in Baarn. Het symposium wordt internationaal en nationaal ondersteund door wetenschappers, gemeenten en de groenbranche. Hier vind je meer informatie over het symposium

Het onderzoek werd gestart nadat ambtenaren van de gemeente Alphen aan den Rijn, vijf jaar geleden ontdekte dat 10 procent van de bomen vreemde en onverklaarbare vlekken, gezwelachtige ‘bastknobbels’ en mysterieuze ‘baststrepen’ vertoonden, die soms open scheurden en zelfs ‘bloeden’. Het ging daarbij niet om scheuren als gevolg van diktegroei of vorst. De vreemde ziekteverschijnselen zijn inmiddels bij alle soorten bomen, in alle stedelijke gebieden in de westerse wereld geconstateerd. Terwijl de bomen in dichter beboste gebieden niet of nauwelijks zijn aangetast. Het percentage zieke bomen is in 5 jaar tijd zelfs gestegen van 10 procent naar 70 procent. In diezelfde periode vond ook de grootste stijging in het gebruik van mobiele telefonie en draadloos internet plaats.

In het onderzoek van de afdeling plantcelbiologie van de Universiteit van Wageningen, werden essen en verschillende kruidachtige planten zoals maïsplanten, drie maanden lang blootgesteld aan zes in een proefopstelling geplaatste WiFi-accesspoints, met frequenties tussen de 2412 en 2472 MHz en een vermogen van 100 mW EIRP, op 50 cm tot 300 cm afstand. Bladeren kregen een loodglansachtige kleur. Wat het gevolg blijkt te zijn van het afsterven van de boven- en onderepidermis van de bladeren. Daarop volgde verdroging, achterblijvende groei en bladsterfte. Bij de bomen die het dichtst bij de stralingsbronnen stonden, stierven de bladeren af. Uit dezelfde proef met maïs bleek dat de straling de groei van de maïskolven remde. De Mais- en Arabidopsis-cultures vertoonden ook groei- en bloeivertraging in vergelijking met zaaicultures in identieke klimaatruimtes zonder de stralingsbelasting.