Naar aanleiding van de kernramp in Japan zijn op zaterdag 19 maart 2011 alle politici die de afgelopen 40 jaar hebben aangegeven voor gebruik van kernenergie te zijn, bij het ICC gebouw aan de Maanweg in Den Haag samen gekomen. Hier heeft men unaniem een verklaring ondertekend dat men zich als vrijwilliger beschikbaar stelt om de komende maanden (tot zo lang dit nodig is) op de terreinen van de kerncentrales waarin Japan nu problemen zijn, zelf met eigen handen mee gaat helpen de rommel op te ruimen. Ook hebben de politici in hun verklaring unaniem hun excuses aangeboden dat ze de afgelopen jaren teveel naar de lobbyisten voor kernenergie hebben geluisterd en  structureel van verkeerde kostenberekeningen uit zijn gegaan. De werkelijke kosten voor gebruik van kernenergie / atoomstroom zijn vele malen hoger dan waar in de officiële berekeningen vanuit wordt gegaan. Hieronder volgt een korte opsomming verkeerde uitgangspunten waar in de officiële berekeningen vanuit wordt gegaan.

 

Bouwkosten en tijd

Voorstanders voor het bouwen van kerncentrales geven aan dat we in een periode van 5 jaar een nieuwe kerncentrale kunnen bouwen die een vooraf bepaald bedrag kost. In praktijk blijkt bij de bouw van de 441 kerncentrales die we nu over de hele wereld in gebruik hebben, dat het bouwen van een nieuwe kerncentrale 10 tot 15 jaar duurt en dat de kosten meestal ongeveer het dubbele van het begrote bedrag zijn. Ook bij de bouw van nieuwe kerncentrales is dit het geval.

 

Bedrijfstijd

Bij berekening van kosten van kernenergie wordt vanuit gegaan dat kerncentrales 40 jaar mee gaan. De 107 kerncentrales die over de hele wereld inmiddels zijn gesloten, gingen gemiddeld 21 jaar mee. Bij vergelijking met zonnecellen en windmolens wordt vaak vanuit gegaan dat de milieu vriendelijke technieken zich in een periode van 5 tot 10 jaar terug moeten verdienen, terwijl ze 30 tot 40 jaar mee kunnen gaan. Deze manier van rekenen maakt kosten van kernenergie kunstmatig goedkoop en milieuvriendelijke technieken duurder dan wat ze in werkelijkheid zijn.

 

Beveiliging

Groot deel van de kosten voor beveiliging van kerncentrales, transport en opslag van het kernafval komt voor rekening van de overheid en niet voor de eigenaren van de kerncentrales en de gebruikers van kernenergie. Per kerncentrale is dit een verborgen subsidie van ongeveer € 2 miljoen per jaar.

 

Verzekering

Volgens richtlijnen in de EU hoeven eigenaren van kerncentrales maar een bedrag van € 700 miljoen te verzekeren voor schade die door een ongeluk met een kerncentrale wordt aangericht. Dit bedrag is een fractie van de $ 430 miljard schade die door Tsjernobyl tot nu toe werd aangericht. Dit is nog afgezien van het leed die hiermee veroorzaakt is en niet in geld is uit te drukken. Het verschil in premie die beheerders van kerncentrales nu betalen en zouden moeten betalen. Als ze het volledige risico van kosten van een herhaling van een ramp met een omvang van Tsjernobyl zouden moeten verzekeren. Is uitgaande van het huidige prijspijl (niet die van 1986) een verborgen subsidie van ongeveer € 50 miljoen per kerncentrale per jaar.

 

Ontmantelen kerncentrale

Bij berekening van kosten voor beheer van kerncentrales wordt in verschillende landen, waaronder Nederland, er vanuit gegaan dat 40 jaar na het sluiten van een kerncentrale pas met het ontmantelen van de kerncentrale begonnen hoeft te worden. Ook wordt er vanuit gegaan dat we over het bedrag dat we op de bank zetten om de opruimkosten op termijn te kunnen betalen, jaarlijks na aftrek van inflatie een reële rente van 3% krijgen. En dat de kosten voor het opruimen van de kerncentrale in deze periode niet meer stijgen dan de gemiddelde inflatie. Deze manier van rekenen is een verborgen subsidie van ongeveer € 200 miljoen per kerncentrale. De enige juiste berekeningswijze voor opruimkosten is er vanuit gaan dat kerncentrales direct na het sluiten worden opgeruimd.

 

Opslag van kernafval

Bij berekening van kosten voor opslag van kernafval wordt van verkeerde uitgangspunten uitgegaan. Hierdoor hoeven eigenaren van kerncentrales per kerncentrale maar een bedrag van een paar miljoen in plaats van vele miljarden in een spaarplan te stoppen. Om de kosten voor het opruimen en eeuwig durend beheren van opgeslagen kernafval te kunnen betalen.

Bij officiële berekeningen voor kosten van opslag van kernafval wordt zowel bij de fase voor tijdelijke als de permanente opslag uitgegaan van een rekenkundig model met de naam ”contante waarde”. De tijdelijke opslagfase betreft een periode van 100 jaar. De definitieve opslagfase komt hierna en duurt vele duizenden jaren.

 

Volgens redenering van het “contante waarde” model hoeft een eigenaar van een kerncentrale maar een bedrag van € 5 miljoen in een spaarpot te stoppen, om de kosten voor permanente opslag van kernafval te kunnen betalen. Deze € 5 miljoen groeit in een periode van 100 jaar met 3% reële rente per jaar aan tot een bedrag van € 100 miljoen. Een reële rente van  3% per jaar levert excl. correctie voor inflatie structureel een bedrag van € 3 miljoen per jaar op. Dit is gelijk aan de huidige jaarlijkse kosten voor opslaan van kernafval.

 

Eerste redenatiefout die bij het officiële rekenmodel wordt gemaakt is dat er zo iets bestaat als rente krijgen. Vanuit maatschappelijk oogpunt bestaat dit helemaal niet. Rente komt niet als een cadeautje uit de lucht vallen. Er is altijd iemand die de kosten van rente moet betalen.

 

Tweede redenatiefout die bij de officiële rekenmethode wordt gemaakt is dat door voortschrijding van de techniek de productiviteit van beveiligers en bouwbedrijven die voor het beheer van het opslaan van kernafval zorgen iedere eeuw opnieuw 20 maal groter wordt. Respectievelijk dat iedere eeuw opnieuw de kosten voor het opslaan of verwerken van kernafval 20 keer goedkoper wordt dan nu. In de ontwikkelingen die we de afgelopen 60 jaar hebben gezien, blijkt uit niets dat dit een reële veronderstelling is.

 

In niet economische termen zeggen we bij gebruik van het officiële rekenmodel eigenlijk dat we de belangen van mensen die nu leven 20 maal zwaarder wegen dan de mensen die over 100 jaar leven. Vanuit ethisch oogpunt is dit onverantwoord.

 

Een meer realistische benadering is te stellen dat per kerncentrale een bedrag ter grote van de jaarlijkse kosten voor het opslaan van kernafval maal het aantal jaar dat het opgeslagen moet worden in een speciale reservepot gestopt moet worden. Dan praten we eerder over een bedrag van € 30 miljard (€ 3 miljoen * 10.000 jaar) die per kerncentrale in een spaarplan gestopt moet worden dan een bedrag van slechts € 5 miljoen.

 

Bescherming en alternatieven

Officiële reden waarom vele politici graag willen dat we gebruik van kernenergie maken is dat we minder afhankelijk van import van olie uit politiek instabiele regio worden. Als dit waar zou zijn zouden de politici ook de wet kunnen veranderen dat we plastic en tal van andere producten die we nu van olie maken, niet meer van olie gemaakt mag worden. Met hennep en tal van andere natuur vriendelijke producten kunnen we ook plastic etc. maken. Ook zouden we gebruik van wind en getijdenstoom kunnen promoten. Met de huidige stand van de techniek is dit ongeveer even duur dan grijze stroom gemaakt van olie en kolen etc. en vele malen goedkoper dan gebruik van kernenergie.