basta2Ik weet niet hoe het u vergaat, maar met verbijstering volg ik het financiële nieuws op radio, tv en in de kranten. Voor het eerst in mijn leven heb ik een soort van onderbuik gevoel over een mondiale crisis die zijn weerga niet kent. Ik ben nochtans geen doemdenker.... Maar het slechte nieuws dat onafgebroken over ons heen dondert, boezemt me angst in. Dat bedrijven failliet kunnen gaan, lijkt me evident. Dat banken omver kegelen, vond ik erg schokkend maar is inmiddels eigenlijk al vertrouwd nieuws geworden. Maar dat nu ook landen op het punt staan in te storten, vind ik huiveringwekkend.

 

Geen landen in Afrika, noch in Zuid-Amerika, nee, hier vlakbij, bondgenoten in onze Europese Unie. Ik zie de zenuwachtigheid in de ogen van onze politieke leiders, die nog nauwelijks hun natuurlijke kalmte en zelfvertrouwen kunnen bewaren. Ik neem notitie van de vele geheime tops die plaatsvinden en waarvan niemand weet wat er precies bedisseld wordt. Ik onderga gelaten de ene afkondiging na de andere van op til staande bezuinigingen, donkere prognoses, en net als ieder ander, heb ik nog geen flauw idee welke impact al deze rampspoed op jouw of mijn leven concreet zal hebben.Het enige dat ik wel weet, of voel, is een onbehaaglijk gevoel van ongelooflijk opgelicht te zijn. Een soort onmachtige kwaadheid van genaaid te zijn door een financieel systeem dat dol is gedraaid waarvan jij en ik niet de voordelen genoten, maar nu wel de rekening van moeten betalen. Waarom zwijgen we?


Miljarden vliegen ons om de oren als grootheden die niemand meer kan vatten. Niemand begrijpt hoe soms in een weekend tijd, met druk overleg op geheime locaties, enkele miljarden gevonden kunnen worden om een bank overeind te houden. Hoe het mogelijk is dat we blijkbaar wel miljarden ‘ergens op een rekening’ hebben staan om Griekenland te redden. Maar hoe onverbiddelijk anderzijds onze leiders beweren dat we moeten bezuinigen op alles wat voor ons mensen lief en noodzakelijk is. Hoe kunnen we begrijpen dat er miljarden naar andere banken en landen gesluisd worden, en dat voor alles waarvoor wij dachten belastingen te betalen, ons pensioen, onze zorgkosten, ons onderwijs, steeds minder en minder geld is? Maar het meest verbijsterd nog ben ik door ons stilzwijgen. Gelaten zitten we als konijnen in de enorme gloeilamp van onze televisie te kijken, we laten ons vermaken door de hysterische lach van Gordon, door Patricia Paay die lichtelijk lijdend aan Alzheimer niet meer precies weet met ze het allemaal deed, of door een programma met hulpeloze mensen die het nog nooit deden en dit nu in prime time op tv alsnog zullen doen… en we houden onze mond. Alsof we gehypnotiseerd zijn. Lamgeslagen, monddood gemaakt. Versuft door brood en spelen. Wij hebben de crisis toch niet veroorzaakt? Wij hebben toch geen misdadige financiële producten bedacht die ons deden geloven dat ze onze winst zouden verdriedubbelen, maar gebaseerd waren op lucht, en alleen enkele bankiers en aandeelhouders steenrijk maakten?

Wij hebben toch geen onverantwoorde hypotheken verschaft? Wij hebben toch niet betoogd dat we perse de euro wilden? Wij hebben ons toch niet verrijkt met exuberante bonussen waarvan je meerdere dorpen een jaar lang zou kunnen onderhouden? Maar toch ondergaan we het apathisch. We komen niet de straat op. Niet voor onszelf, noch voor onze kinderen, en al helemaal niet voor de miljoenen mensen in de Hoorn van Afrika die op dit moment sterven van honger en dorst. We gedragen ons als onmachtigen. We begrijpen in het beste geval dat we
gemanipuleerd worden. Dat wij onrechtmatig rekeningen moeten betalen van zaken waar we niet om gevraagd hebben. Dat al onze inspanningen om iets van ons eigen leven te maken, ontmoedigd worden, belast, en we verpulverd worden onder deprimerend makend nieuws. We verschuilen ons in onze huizen en slikken als makke schapen dat er geen geld meer is voor de zwaksten in onze samenleving, en aan haast geloven dat ontwikkelingshulp weggesmeten geld is.

We verschuilen ons onder ons warme dekbed en hopen dat de storm wel zal overwaaien en dat de schade voor ons eigen leven wel zal meevallen. Waarom zeggen we niet collectief “nee”? Waarom nemen we geen voorbeeld aan de volkeren in Tunesië en Egypte, die het ook niet langer pikten, en net zolang de straat opgingen, tot hun leiders met pek en veren verjaagd werden? Is het omdat we Rutte zo’n sympathiek joch vinden? Dat we denken dat zo’n gestudeerde jongen het wel beter zal weten dan ons eigen gezonde verstand?Iedere revolutie begint met één man die opstaat.

In heel Europa is er welgeteld één dorp dat “nee” zegt. Een klein dorpje in de buurt van Rome. Filettino. De burgemeester van dit dorp, zei; “Bekijk het maar.
Wij gaan niet de rekening betalen van onze corrupte leiders. Wij verklaren ons bij deze onafhankelijk. Vanaf nu zijn we ons eigen Prinsdom, en drukken we onze eigen munt.” En dat hebben ze dus gedaan.Wat was er dan aan de hand dan in Filettino, vraagt u zich wellicht af. Wel, de geschiedenis ontwikkelt zich razend snel, maar ongetwijfeld herinnert u zich nog ene Berlusconi? Een klein, dik en glanzend mannetje die zowat helemaal Italië bezat, bestierde en bezwangerde? Wel dit duivelse kereltje werd door zijn Europese vrienden ter orde geroepen. Hij moest drastisch bezuinigen want anders zou zijn verspilzucht het hele Europese rijk in de afgrond storten.


Berlusconi beloofde het, en één van de eerste maatregelen die hij uitriep was dat alle Italiaanse dorpjes met minder dan 1000 inwoners moesten fuseren met andere dorpjes, zodat ze minimaal 1000 inwoners telden. Deze maatregel sloeg in Filettino in als een bom. Het zou betekenen dat dit dorpje van 554 inwoners moest fuseren met het nabij gelegen bergdorpje Trevi nel Lazio van 1796 inwoners. Maar er zijn geen grotere rivalen denkbaar dan de burgemeesters van deze twee dorpjes. Ze hebben allebei een voetbalclub en daarin bestrijden ze elkaar op leven en dood. In nog geen duizend jaar zou Luca Sellari, de burgemeester van Filettino, bereid zijn te fuseren met zijn aartsvijand. En Luca liet zijn stem horen. “Basta,” zei hij. “Als het zo zit, dan verklaar ik bij deze mijn dorp onafhankelijk. Ik roep Filettino uit tot zelfstandig Prinsdom, en wij zijn vanaf vandaag onafhankelijk van Italië, onafhankelijk van Europa, en wij varen onze eigen koers.”Het werd een scoop van wereldformaat. Televisiestations uit de hele wereld
trokken naar het onooglijke dorpje om reportages te maken, de burgemeester en zijn inwoners te interviewen, en iedereen vond het een geweldige grap. Maar voor Luca was het geen grap, maar menens. Er was nog heel wat meer onvrede in Filettino. De jeugd trok weg uit dit dorp omdat er geen droog brood te verdienen was. Ja, ze hadden wel een oubollige skipiste, maar zelden sneeuw, laat staan geld om de boel wat op te knappen. Ze hadden ook veel bomen, die ze graag wilden hakken en verhandelen, maar dat werd hun verboden door Europese maatregelen. En wat nog het meest stak, was dat het bergriviertje dat in Filettino ontsprong, het drinkwater leverde voor Rome, maar dat ze daar geen cent voor kregen. Dat zou allemaal afgelopen zijn, wanneer ze zelfstandig waren. Die Romeinen zouden betalen voor hun kostbare, frisse water, en dat zou Filettino welvarend maken.

De romanschrijver in mij rook een verhaal. In de dappere strijd van de brutale burgemeester die het in zijn eentje opnam tegen de enorme overmacht van Europa, en voortaan zijn eigen koers wilde varen, zag ik een prachtig verhaal dat het grote verhaal en dilemma van de Europese crisis vertelt. Het werd mijn nieuwe roman “De Prins van Filettino”. Wij zijn zelf verantwoordelijk voor onze toekomst. Onze leiders zijn geen leiders maar boekhouders. Mensen zonder visie, dromen en idealen. We zullen het dus zelf moeten doen. En het goede nieuws is; we kunnen veel meer dan we denken. De Berlijnse muur is kunnen vallen al leek dat zo lang ondenkbaar te zijn. Dictators zijn verjaagd al leken ze voor eeuwig te zullen regeren. Dus waarom zou het ongebreidelde kapitalisme niet kunnen instorten?


Maar laten we niet alleen maar schoppen tegen het systeem, maar vooral een nieuw systeem opbouwen. Stap voor stap.Wij zijn vergeten dat geld gebaseerd is op geloof. Geld an sich is niets waard. 
                     
Ja, vroeger nog wel, toen we een goudstandaard hadden, waarbij het geld een symbolische weergave was van de goudvoorraad. Het was een simpel en briljant geldsysteem, door niemand minder dan door het grote genie Isaac Newton bedacht. Nu is geld precies dat waard waarvan wij bereid zijn te geloven dat het waard is. Al die miljarden waar onze leiders mee goochelen, bestaan immers niet. Het is een pure virtuele werkelijkheid die geen enkele grondslag meer heeft in de werkelijke wereld.

De Fed, in Amerika, drukt dollars tegen de klippen op, zonder enig gevoel voor realiteit. Of tenminste zonder gevoel voor onze realiteit. Onlangs ontdekte ik tot mijn verbijstering dat de Fed niet de centrale bank is van Amerika, maar een privé bank, die de privé belangen van zijn eigenaren dient. Naar verluidt een groepje steenrijke families die de hele wereldeconomie in handen hebben en gijzelen. En dat kan alleen maar, zolang wij bereid zijn te geloven in de enorme leugen die geld is geworden. In werkelijkheid zijn het enkel cijfers in een computer.
Cijfers die van het ene moment op het andere gewist kunnen worden. Cijfers die enkel waardeloze briefjes papier vertegenwoordigen, maar geen werkelijke waarden meer in de wereld. Een enorme luchtballon die ontzettend op knappen staat. En de enigen die deze waanzin een halt kunnen toeroepen, zijn wij.

Onze politici, onze bankiers en onze mega-ondernemingen vechten krampachtig om dit logge onbegrijpelijke vehikel in stand te houden. Deze oude manier van denken waarbij wij mensen een massale veestapel zijn die gemolken worden door een kleine elite die er alles aan gelegen is hun fortuin en macht te beschermen. Wanneer wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit corrupte systeem, dat we de leugen doorprikken dat alleen een mondiale economie, schaalvergroting, een gemeenschappelijke munt ons verlichting zou brengen, dat
wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit geldsysteem, dan stort het in elkaar. Natuurlijk zal dat een enorme puinhoop zijn. Maar de dingen die werkelijk wat waard zijn, zoals ons dagelijks brood en ons drinken, die zullen weer naar waarde gewaardeerd worden, en niet de schimmige manipulaties van snelle jongens in vlotte pakken die ons met verdeel en heers denken in het gareel houden.

Het is tijd om BASTA te zeggen!Het wordt tijd dat we net zoals dat kleine dorpje in Italië, durven onze onafhankelijkheid af te roepen. Dat we ons eigen prinsdom stichten. Een nieuwe
munt durven te omarmen, gebaseerd op werkelijke waarde, en we de kettingen van de rente afgooien en verbieden. Want dat rente een virtueel monster is dat alleen maar groter en verschrikkelijker wordt, dat moeten we op zijn minst nu toch wel geleerd hebben. We moeten de moed hebben om opnieuw te beginnen. De moed hebben om in te zien dat we belazerd worden. En dat het geen excuus is dat we het zogenaamd niet meer snappen, omdat men het bewust allemaal zo ingewikkeld en complex voorstelt.


In wezen is het natuurlijk ongelooflijk simpel. Ieder kind snapt het. Als het 1 euro zakgeld krijgt, kan het wel een snoepje kopen, maar niet een fiets. Zo simpel is het. Laten wij, die toch koketteren dat we met bewustzijn bezig zijn, eens voor een keer niet alleen met onze eigen navel bezig zijn, maar met deze wereld, zodat zowel onze kinderen, als al die kinderen in landen die nu hongerend ten onder gaan, een toekomst hebben, en niet de schuld zullen moeten afbetalen die wij onze leiders nu zonder enig protest laten maken.

Laten we massaal de straat op gaan. Dag na dag na dag. Net zoals in het Midden Oosten. Net zolang tot het gezonde verstand weer regeert. Laat ons excuus naar komende generaties niet zijn: “Wir haben es nicht gewust”. Want we staan er nu allemaal bij, en we kijken er naar. We worden geregeerd door angst. Maar angst is slechts voor één ding bang… dat wij niet langer bang voor hem zullen zijn.

Geert Kimpen